In Ethiopië woonde, ongeveer 35 jaar na Christus, een rijke man, een Opperschatbewaarder van de Kandake, de koningin. Op een dag vond hij een schat, die alle andere schatten overtrof. ‘Klim op mijn rug, snel!’ fluistert een negerjongen. Een…
NT. 34 – DE ONTMOETING
’t Was eigenlijk eerst langs Saulus heengegaan, al dat gedoe met die volgelingen van Jezus. Dat kwam natuurlijk door die moeilijke proefwerken. Sjonge, zeg. Er kwam heel wat voor kijken om godsdienstleraar te worden. Tientallen boekrollen moest je daarbij doorworstelen.…
NT. 35 – DE DISCIPELEN BEVRIJD
Het is warm, erg warm in Jeruzalem. Bijna iedereen doet een middagslaapje ergens in de schaduw. Het tempelplein ligt er verlaten bij. Verlaten? Niet helemaal. Daar in de Zuilengang van Salomo, de koelste plek van de tempel, is nog een…
NT. 36 – EVANGELIESCHOENEN
‘Het is toch al te gek!’ zegt de kleine Schriftgeleerde driftig. Hij staat op één been naast de werkbank van de schoenmaker. ‘Wat bedoelt u, Heer?’ vraagt deze, terwijl hij een nieuwe gesp pakt voor de kapotte sandaal van Paulus.…
NT. 06 – JEZUS KRIJGT TWAALF LEERLINGEN (Marcus 1)
‘Ik wil bij Jezus horen.’ Johannes, een slanke jongeman met donkere ogen, keert zich naar zijn vriend Andreas. Hij geeft hem een por tegen zijn schouders en begint te hollen. ‘Kom op, Andreas. Wat sta je daar nou nog?’ Ja,…
NT. 29 – DE CENTURIO GELOOFT IN JEZUS
Slapen overdag lukt meestal niet zo best. Alexander, Romeins Centurio in het achtste legioen, woelt onrustig op zijn bedbank om en om. Hij heeft deze nacht dienst gedaan bij de aanhouding en het verhoor van Jezus van Nazaret. Pas tegen…
NT. 30 – DRIE WOORDJES MAAR
‘Hierheen! Kom maar!’ De heldere stem van Simone weerklinkt tegen de muren van de binnenplaats. ‘Leg de man maar op de mat in de gastenkamer!’ Zelf loopt ze vooruit. Een paar knechten brengen iemand binnen die flauwgevallen is. Er is…
NT. 23 – HOE VIJF OLIEDOMME MEISJES HET FEEST MISLIEPEN
Stel je eens voor dat een bruidegom een trouwauto besteld had en dat de chauffeur vergat er genoeg benzine in te doen. Dan stond die bruidegom aan de kant van de weg en zijn bruid maar wachten. Dan zou zijn…
NT. 08 – PETRUS WEET HET
Klets!… Druppel!… Spatspetterdespat! Kleine stroompjes water kletteren van de besneeuwde berg Hermon af. Als de stroompjes elkaar gevonden hebben vormen ze een ruisend watervalletje, dat uitmondt in een snelstromend beekje. Haastig zoekt het water dan verder zijn weg door het…
NT. 07 – VAN EEN VISSER DIE IN EEN NET KWAM
‘Goeiemorgen, Johanna!’ In de deuropening van het kleine vissershuisje te Kapernaüm verschijnt een breedgebouwde man. Hij stinkt naar vis. Z’n handen zijn rood en kapot van het inzouten van de vis. Zijn kleren zitten onder de schubben, maar zijn bruinverbrande…